02-10-2011 Kinderen die een speciaal dieet volgen, zijn
in vijf weken van hun ADHD verlost. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek
dat deze week in het prestigieuze tijdschrift The Lancet verscheen. Maar liefst twee derde van de kinderen blijken opmerkelijk
goed te reageren op het Restricted Elimination
Diet. ‘Bij 64 procent van de kinderen was na het volgen van het dieet geen sprake
meer van ADHD’, schrijft het UMC St Radboud in een persbericht.
Zou het echt zo eenvoudig zijn?
Het Red-Dieet:
De
relatie tussen ADHD en voeding is niet nieuw. Het eens populaire idee dat snoep
en kleurstoffen druk gedrag veroorzaakt, vindt in de studie echter geen bijval.
‘Het dieet verschilt per kind’, zegt onderzoekster Lidy Plessner, ‘Ouders moeten
er ook echt niet op eigen houtje mee gaan experimenteren’. Elk dieet is maatwerk:
wat wel en niet gegeten mag worden verschilt per kind.
In Plessners praktijk blijkt dat dit per kind meestal om ongeveer vijf heel alledaagse producten gaat – wat kan variëren van bloemkool, pindakaas, sinaasappels tot zelfs tandpasta. Een levenslang streng dieet is niet nodig, wanneer slechts deze producten worden vermeden.
Onderzoek naar ADD en voeding:
Lidy
Plessner bundelde voor het onderzoek haar
krachten met onder meer prof. Jan Buitelaar - een autoriteit op het gebied van ADHD.
De INCA studie (Impact of Nutrition on Children with ADHD), is het meest grondige
onderzoek naar de relatie tussen ADHD en voeding.
Vijftig
kinderen met ADHD, tussen 4 en 8 jaar oud, volgden gedurende 5 weken het dieet.
Een controlegroep van hetzelfde aantal ADHD-kinderen kreeg gewoon te eten. Een kinderarts,
die niet wist in welk van de twee groepen het kind was ingedeeld, beoordeelde aan
de hand van een scorelijst het gedrag de kinderen – o.a. op criteria als hyperactiviteit,
impulsiviteit, concentratie vermogen, stemming en driftbuien.
Het gemeten effect was opmerkelijk. Liefst 64% van de kinderen met ADHD die aan het dieet meewerkten, bleek aan het eind van het onderzoek niet langer aan de criteria voor ADHD te voldoen. Ook hun ouders en leerkrachten melden grote gedragsverbeteringen. Bij de controlegroep werd geen gedragsverandering geconstateerd.
Het gemeten effect was opmerkelijk. Liefst 64% van de kinderen met ADHD die aan het dieet meewerkten, bleek aan het eind van het onderzoek niet langer aan de criteria voor ADHD te voldoen. Ook hun ouders en leerkrachten melden grote gedragsverbeteringen. Bij de controlegroep werd geen gedragsverandering geconstateerd.
Buitelaar
vertelt tegenover Spy.nl: ‘De mogelijkheden om ADHD
te bestrijden met dieetinterventies zijn veel groter dan we dachten. Het onderzoek
is controversieel omdat de relatie tussen voedsel en gedragsproblemen als achterhaald
werd beschouwd’. Hij ziet hierin onder wetenschappers een kentering plaatsvinden.
Vooral voor jonge kinderen is het dieet interessant, stelt Buitelaar: ‘Tussen de vier en acht jaar is de gevoeligheid voor voedsel groot. En kinderen zitten dan nog in de ontwikkeling naar ADHD’.
Vooral voor jonge kinderen is het dieet interessant, stelt Buitelaar: ‘Tussen de vier en acht jaar is de gevoeligheid voor voedsel groot. En kinderen zitten dan nog in de ontwikkeling naar ADHD’.
Kritiek op het RED Dieet:
De
studie heeft niet iedereen overtuigd. MedPage Today® laat in een artikel enkele sceptische
wetenschappers aan het woord. Er is nog te weinig onderzoek gedaan om een relatie
tussen ADHD en voeding te bevestigen, menen enkele van hen. Zij vinden het
voorbarig om nu al te forse conclusies te trekken.
Harvey
Leo, immunoloog aan de Universiteit van Michigan, laat weten: ‘Ik denk niet dat
aan de gepresenteerde gegevens echte geldigheid kan worden ontleend’. Hij denkt
dat de resultaten ook toegeschreven kunnen worden aan omgevingsfactoren. Omdat het
meewerken aan een dergelijk onderzoek van ouders de nodige organisatie, structuur
en regelmaat vraagt, zullen de positieve effecten bij hun kroost kunnen
verklaren, denkt hij. Het is immers bekend
dat ongunstige omstandigheden, zoals een prikkelrijke, ongestructureerde omgeving,
ADHD-symptomen doet toenemen.
Anderen
menen dat de studie beperkt wordt door het feit dat de ouders, leraren en onderzoekers
natuurlijk wel wisten welke kinderen het dieet volgden. Dit zou hun kijk op het
gedrag van het kind hebben kunnen beïnvloedt. Positieve verwachtingen van de
dieet-behandeling kunnen zo in het gedrag van het kind zijn ‘ingelezen’, stellen
zij.